Papablog: Zwanger worden

Roderic Rosenkamp (39) is vader van zoons Bob en Jim. Speciaal voor de Week van de Papa schreef hij over zijn belevenissen als aanstaande en kersverse vader. Lees mee hoe hij de eerste zwangerschap en bevalling beleefde. En uiteindelijk in contact kwam met Naviva, waar hij niet veel later zelf als communicatie manager zou gaan werken.

Kinderwens

Ergens wisten Madelon en ik dat we óóit een keer graag kinderen zouden willen krijgen. En we wisten ook dat als dat niet mocht lukken, er geen man overboord was. Ik bedoel, ook zonder kinderen hadden we het ongetwijfeld nog steeds erg leuk met elkaar gehad.

Het juiste moment

Steeds meer stellen in onze omgeving kregen in de loop van de tijd kinderen. Nu was dat niet bepaald goede pr voor onze kinderwens. Leuke mensen die vroeger het licht uitdeden, zagen we amper nog. En als we ze bij hoge uitzondering toch eens tegenkwamen, leken ze tien jaar ouder. Desondanks konden ze niet ophouden met praten over hun gewéldige kind. Als je zelf geen kinderen hebt, is er weinig vermoeiender dan jonge ouders en hun babyverhalen. Oppasavondjes mondden uit in non-stop huilbuien en spuitpoepluiers. Logeetjes sjoelden graag met mijn zorgvuldig opgebouwde cd-collectie. Menig feestje of uitgaansavond werd afgebeld door zieke ouders met zieke baby’s. Meer dan eens stonden we met z’n tweeën om half elf ’s avonds in de kroeg, omdat iedereen bijtijds naar huis moest om oppas af te lossen, te temperaturen, te voeden of sowieso te moe was.

Kortom, als niet-ouders tussen een groeiend aantal jonge ouders, krijg je wel een aardig en niet altijd positief beeld van het ouderschap. En toch, dankzij die vrienden met kinderen, stond onze eigen kinderwens weer op de agenda. Want, ergens is het ook heel erg leuk en handig als je in dezelfde levensfase zit als je omgeving. En hoe smerig al die poepluiers dan ook zijn, zo’n baby is en blijft ook ongelooflijk lief en snoezig. Toen ook het laatste koppel uit onze vriendenkring voor de bijl ging, besloten wij het ook te gaan proberen. Bovendien, we waren net verhuisd naar een grote-mensen-huis met een tuin en extra slaapkamers. Ik geef toe: het waren vooral praktische overwegingen die de doorslag gaven om zelf ouders te worden.

En dan breekt een periode aan waarin je samen aan het ‘werk’ gaat. De praktijk is helaas al snel een stuk minder aanlokkelijk. Het gaat over vruchtbare dagen en eisprongen en er worden allerlei bakerpraatjes en adviezen uit damesblaadjes toegepast. De techniek, zeg maar. Desondanks, voelde het bijzonder en extra intiem als je vrijt met een duidelijk doel. Na een paar maanden leverde dat geen resultaten op. Je hoort en leest dat het in de praktijk best een tijd kan duren voor je in verwachting bent. Maar je wordt wel moedeloos van weer een negatieve test na al dat harde ‘werk’.

Wanneer het niet vanzelf gaat

Normaal gesproken moet je het eerst een jaar proberen, voordat je het meer medische circuit ingaat. Madelons huisarts ging met pensioen. Als een soort afscheidscadeautje, hij was haar hele leven haar huisarts geweest, regelde hij eerder dan gebruikelijk een consult bij de gynaecoloog. Madelon kreeg een duwtje in de rug met een kuur om haar eisprong aan te zwengelen.

Ook ik werd volgens protocol aan nader onderzoek onderworpen. Je krijgt een potje mee. Het is de bedoeling dat je daar je kwakje in deponeert. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Ook omdat je je geen missers kunt permitteren. Voor goed onderzoek is het de bedoeling dat je een dag of vier daarvoor geen zaadlozing hebt gehad. Met het nodige kunst- en vliegwerk (de details zal ik je besparen) slaagde ik erin mijn ding te doen.

Binnen een uur moest ik mijn potje inleveren in het ziekenhuis. Aanbevolen wordt het potje dicht op je lichaam te dragen, anders sterven de spermacellen van de kou. Ik voelde me daar toch wel wat opgelaten bij. Daar loop je dan met een vies potje in je broekzak over het parkeerterrein. Je moet er niet aan denken dat dat potje uit je zak glibbert en een put inrolt. Bij het fertiliteitslab zette ik het potje in een kastje met een dubbel deurtje. Aan de andere kant griste iemand mijn potje weg om het zaadonderzoek te doen. Een paar weken later kreeg ik de uitslag. Aan mijn zaad lag het niet.

Zwanger of niet?

Het was een zondagavond in oktober. De afsluiting van een hectische week. Mijn opa was overleden. Opa was 91 geworden en had een mooi leven gehad. Maar natuurlijk ben je verdrietig. En er komt een hoop geregel en gedoe bij kijken. Zo zat ik met een biertje en een schuin oog op de tv de week te overpeinzen, toen ik van boven een kreet hoorde. Een halve tel later stond Madelon beneden. Predictor in haar hand en met de mooiste lach op haar gezicht. ‘Gefeliciteerd, ik ben zwanger…echt waar!’

Een diep gelukkig gevoel nam bezit van ons. Een soort oergevoel: dat je samen iets hebt gemaakt dat je voor altijd aan elkaar bindt. We hebben die eerste prille weken heel intens meegemaakt. Samen draag je een prachtig mooi geheim bij je. Tegelijkertijd weet je dat er nog heel veel mis kan gaan. Het bijzonder blije gevoel overheerste uiteindelijk. En je raadt het al: ineens draaide een fors deel van onze gesprekken over de baby. Over één ding waren we het gelukkig wel snel eens. Onze baby zou vernoemd worden naar mijn opa en zijn of haar overgrootvader.

Lees ook de andere papablog

De zwangerschap