Week 2. Zwanger!
Een positieve test. Een heel vaag plusje, maar het is een plusje. Woehoe! Ik ben blij, maar ook nog heel voorzichtig blij. Eerst maar eens die eerste weken doorkomen… We vieren het de volgende dag met taart en een 0% biertje. OMG, ik ben zwanger!
Week 4. Cravings
Mijn hormonen slaan nu al op hol. Ik heb zin in rare dingen. Bij zo ongeveer elk tankstation wil ik stoppen voor een broodje kroket, terwijl ik normaal geen vlees eet. Ook eieren zijn niet aan te slepen. Als mijn man vraagt wat ik wil eten, kijkt hij me al met angst in de ogen aan. Bang dat ik weer met een smerige combinatie kom. Vanavond ga ik voor een pizza Hawaï. Eet ik echt nooit, maar die ananas lonkt gewoon.
Week 6. Hallo zwangerschapsmisselijkheid
Was ik eerst hongerig en had ik een totaal andere eetlust, nu ben ik gewoon misselijk. Enorm misselijk. Niet misselijk als in ‘dat hoort er gewoon bij’, maar misselijk van het niveau dat je niet kunt functioneren. Ik in elk geval niet. Wie de term ochtendmisselijkheid heeft bedacht, is gek. Ik ben 24 uur per dag misselijk. Al het eten smaakt vies, alsof ik karton eet. En ik heb constant een smerige smaak in mijn mond. Werken lukt nauwelijks of helemaal niet. Ik plof op de bank en kijk series. Naast me een teiltje. Gelukkig hoef ik nog niet over te geven.
Week 7. Ik hou niks binnen
Ok, ik heb te vroeg gejuicht. Het overgeven is begonnen. Ik ben zo beroerd. Op internet lees ik allerlei tips. Gemberthee. Werkt niet. Vanillevla. Zojuist uitgespuugd. Kleine beetjes eten. Dat doe ik al. Eten voor je opstaat. Doe ik ook al. Er liggen standaard wat biscuitjes naast mijn bed. Vandaag heb ik alleen een beschuitje binnengehouden, de rest kwam er meteen uit. Ook het water. Ik maak me zorgen. Om mijzelf en om het kleine wezentje in mijn buik. We hebben toch voeding nodig…
Week 8. Naar het ziekenhuis
Vandaag gaat het zo slecht. Als ik opsta om te plassen, ben ik duizelig. Douchen kan ik niet meer opbrengen. Ik word misselijk van alle geuren, zelfs van die van douchegel. Ik lig al dagen in bed en heb het gevoel dat de misselijkheid alles overheerst. Ik voel me alleen en eenzaam en tegelijkertijd kan ik niemand verdragen. Praten is me zelfs te veel. Het idee dat dit nog weken gaat duren, maakt me verdrietig. Ik weet dat zwangerschapsmisselijkheid erbij hoort en ik weet dat het voor een goed doel is, maar ik voel me zo rot. Al mijn eten en drinken komt eruit. Dit kan toch niet goed zijn?
Het was ook niet goed. Gijs heeft vandaag de verloskundige gebeld. Het is zondag, maar we mogen met spoed langs komen. Ze wil mijn urine testen op ketonen. Zo kan gekeken worden of je aan het uitdrogen bent. Ik blijk inderdaad sporen van ketonen te hebben. Verder ben ik flink afgevallen en is mijn bloeddruk extreem laag. Als ze me vertelt dat ze het ziekenhuis gaat bellen om te overleggen over een eventuele opname, schiet ik vol. Nu wordt het wel heel ernstig ineens, en tegelijkertijd ben ik blij dat ik geholpen word. Na het telefoontje kijkt ze me ernstig aan: ‘Je mag meteen door en je melden bij verloskunde, want je wordt opgenomen.’
Gelukkig hoefde ik niet lang te blijven in het ziekenhuis. Ik kreeg een infuus met drie liter vocht en dat was het. Het vocht zorgde ervoor dat ik meteen wat meer energie (en kleur) kreeg. Nu ga ik slapen. Ik ben zo moe. Ik weet nu wel wat ik heb: Hyperemesis Gravidarum (HG), een ziekte die zorgt voor extreme zwangerschapsmisselijkheid.
Week 9. Weer aan het infuus
I’m back in the hospital. Weer aan het infuus. Ik had een controle bij de huisarts en die vond mij er zo slecht uitzien dat ze me meteen doorstuurde. Omdat het al laat op de middag is, blijf ik een nachtje slapen. Het voelt gek om hier te liggen, want mijn zaalgenoten zijn allemaal vrouwen die elk moment kunnen bevallen. Ze hebben ronde buiken waarmee ze trots paraderen, mijn buik wordt juist smaller en smaller. De volgende dag thuis gaat het eigenlijk slechter dan ooit, ondanks het extra vocht. De verloskundige komt langs en je raadt het nooit: ik moet weer naar het ziekenhuis. De ketonen zijn volop aanwezig en ik doe niets anders dan overgeven. Ik heb me nog nooit zo ziek gevoeld. Mentaal gaat het ook slecht. Ik voel me zo wanhopig. Het is alsof ik een gevecht voer dat ik niet kan winnen. Ik wil mezelf en mijn kind voeden, maar het lukt niet. In mijn pyjamabroek en gewapend met een teiltje stap ik in de auto en laat me naar het ziekenhuis brengen. In de gang geef ik over. Het kan me niet eens meer schelen dat iedereen het ziet. Ik wil nog maar een ding: geholpen worden.
Vier nachten blijf ik in het ziekenhuis. Ze praten over sondevoeding en ik laat het allemaal maar over me heen komen. Overgeven doe ik nog steeds na elke maaltijd en elke slok water. Maar dan krijg ik nieuwe medicijnen. Een combinatie van twee pillen die ik eerder heb gehad: emasafene en primperan. Los van elkaar deden die medicijnen niets, maar samen wel. Als een wonder blijft er die avond een boterham binnen. En een glaasje appelsap. Ik kan weer wat eten en drinken!
Week 10. Goede echo
Een goede echo! Met het kindje in mijn buik gaat alles goed. En dus maak ik op Facebook bekend dat ik zwanger ben en dat ik last heb van enorme misselijkheid. Ik voeg als bijlage een uitleg toe van wat HG inhoudt. Dat levert veel steunreacties op. De volgende dag zit er bij de post een cadeautje: een boxmobiel voor de baby. Ik moet huilen, zo lief vind ik dit gebaar. Ook de kaartjes en bloemen die mensen sturen doen me goed. Dat maakt het ziek zijn een stuk draaglijker. Want ook al eet ik weer kleine beetjes, ik blijf me moe en misselijk (en duizelig) voelen, de hele dag door. En eerlijk gezegd duren de dagen alleen in bed enorm lang.
Week 11 t/m 13. Zombietoestand
Het gaat een stuk beter met me. Lichamelijk dan. Ik eet weer en hoef nog maar eens per dag te spugen. Geestelijk ben ik een wrak. Door de medicijnen heb ik last van enorme sufheid en lijk ik wel een zombie. Ik slaap of zit op de bank voor me uit te staren. Voor mijn zoontje van 3 zorgen, boodschappen doen… alles is te vermoeiend. Gelukkig bieden mijn ouders en schoonouders aan om op te passen en voor mij te zorgen als Gijs werkt. Daar ben ik heel blij om, want ik zou niet weten hoe ik het anders moest redden.
Ik ben na enkele weken zo klaar met die medicijnen, die een zombie van me maken. In overleg met de huisarts besluit ik de medicatie af te bouwen. Meteen merk ik verschil. Mijn hoofd wordt weer helder, alsof er een mist optrekt. Maar helaas begint de volgende dag ook het overgeven weer. En de dag erna ook. Als ik weer niks binnenhoud, zit er maar een ding op: de medicijnen weerslikken. Blegh. Ik kan wel janken.
Week 15. Steeds iets beter
Ik durf het bijna niet te geloven, maar het lijkt elke dag een stukje beter te gaan met me. Ik slik iets minder medicatie, zodat ik meer energie heb en de misselijkheid is zowaar draaglijk. Ik geef nauwelijks nog over en ik kan weer wat dingen in huis doen. Mijn zoontje heeft zijn mama weer terug. Vandaag hebben we samen gekleid. Gisteren hebben we zelfs even buiten gewandeld. Ik heb het gevoel dat ik weer een beetje mezelf ben. Zo fijn!
Week 17. Ik ben er weer (bijna)
Zou het dan echt over zijn? Ik ben al een week lang fit genoeg om leuke dingen te doen en heb ook weer zin om eropuit te gaan. We bezoeken een dierentuin, gaan even de stad in om babykleertjes te kopen en ik eet met smaak een stukje appeltaart. En die blijft binnen! Net als mijn avondeten deze week. Ik besef me wel dat de ziekte er flink heeft ingehakt. Mijn conditie is door het vele liggen ver te zoeken. Als ik de brug over fiets, lijk ik wel een oude oma. Maar hee, ik fiets in elk geval weer. Verder ben ik enorm moe. Ik slaap elke middag en zelfs dat lijkt niet voldoende om de moeheid te verdrijven.
Week 20. Het buikje groeit
Als ik met een rond buikje en blosjes op mijn wangen bij het echocentrum arriveer voor de 20-wekenecho (die trouwens helemaal goed is), zie ik een bekende. Het is de arts die mij verzorgde toen ik uitgedroogd in het ziekenhuis lag. Hij herkent mij meteen en glimlacht. “Dat ziet er een stuk beter uit.” Ik besef tevreden dat hij gelijk heeft. De vijf kilo’s die eraf waren, zijn er alweer aan en het uitgemergelde buikje is nu een gezonde babybuik. Hans vertelt dat hij regelmatig patiënten met extreme zwangerschapsmisselijkheid verpleegt en dat het een vreselijke ziekte is. Daar weet ik nu alles van. En ik ben dan nog een geluksvogel die met ongeveer 16 weken opknapte. Er zijn veel vrouwen die hun hele zwangerschap, 40 weken, blijven spugen, ondanks de medicijnen die ze slikken. Veel van hen krijgen sondevoeding om te overleven. Ik heb ontzettend veel respect voor deze vrouwen, want ik vond 15 weken ziek zijn al vreselijk.
Week 25. Ik denk aan jullie
Tijd voor mij om de HG-periode af te sluiten. Ik ben nog niet beter, maar voel me goed, zolang ik mijn medicijnen slik. Ik heb het zonder geprobeerd, maar dat gaat helaas nog niet. Aan alle vrouwen die hetzelfde ervaren: jullie zijn ontzettend dapper. Zet hem op! En besef dat je niet gewoon misselijk, maar echt heel ziek bent. HG is iets anders dan gewone zwangerschapsmisselijkheid. Het mergelt je uit, maakt je depressief en moedeloos en zonder hulp red je het niet. Maar uiteindelijk is het voor een goede zaak, want zodra je kindje geboren is, stopt de misselijkheid. Rare dingen, die hormonen…
Wat is HG?
Misselijk zijn tijdens de zwangerschap is normaal, maar zo’n 2 % van de zwangere vrouwen heeft last van extreme misselijkheid, ook wel hyperemesis gravidarum (HG) genoemd. Zij geven meerdere keren (soms wel veertig keer) per dag over, houden geen voeding en water binnen en vallen enorm af. Ook ervaren zij extreme vermoeidheid en kunnen niet meer goed functioneren. Traplopen is vaak al te veel. HG kan de hele zwangerschap aanhouden. De oorzaak is nog onbekend, maar waarschijnlijk zijn hormoonveranderingen de boosdoener. Heb je klachten die kunnen duiden op HG? Zoek dan hulp. Bij Steunpunt ZEHG kun je veel informatie vinden en via hun besloten Facebookgroep contact zoeken met lotgenoten.
In dit artikel lees je meer over de verschillende zwangerschapskwalen >>