Kraamverzorgende Rianne over haar kraamweek
Rianne werkt als kraamverzorgende bij Naviva. Ze is moeder van zoons Dex (5) en Kai (3) en dochter Liv, van wie ze op 9 november 2019 is bevallen. Hoe was het voor haar om zelf kraamvrouw te zijn?
Hoe gaat het met jou en Liv?
‘We zijn inmiddels ruim vijf weken verder en het erg goed met Liv. Ze groeit heel hard. Ze laat van zich horen als er wat aan de hand is. Verder is het een heel relaxte baby. Ik ben aardig gewend aan het ritme met drie kinderen. Ik merk nog wel dat ik vaak moe ben en dat ik rustig aan moet doen in verband met mijn bekkenklachten.’
En hoe ging de bevalling?
‘Ik vond de bevalling toen ik er vol inzat heftig, maar achteraf viel het heel erg mee. Ik ben thuis bevallen. Het begon wat traag, toen ik eenmaal actieve weeën kreeg, ging het heel snel. Ik heb er slechts vier uur over gedaan. Op zich fijn, maar ik wilde graag in bad bevallen en dat is niet gelukt. Toen de verloskundige kwam en we het bad aan het vullen waren, zei ze: stop maar, dat halen we niet.’
Heb je vanuit je werk veel ervaring met bevallingen? En maakt dat dat je er anders instaat?
‘Ik assisteer niet bij bevallingen, maar verleen alleen zorg in de gezinnen na de bevalling. Bij Naviva werken we namelijk met speciale partusassistenten en daar ben ik er niet een van. Desondanks weet ik wel hoe een bevalling verloopt. Daarnaast had ik het al twee keer meegemaakt. Ik was dus niet echt nerveus. Het komt zoals het komt.’
Hoe was je kraamweek?
‘Heel fijn. Ik vond het fijn dat er iemand was om mee te kijken met de voedingen. Liv dronk meteen goed, maar ik had erg last van stuwing. Hoe fijn is het dan dat er iemand is om mee te sparren en dat je je verhaal kwijt kunt. Maar ook dat je lekker kunt uitrusten en weet dat alles gewoon goed komt. Mijn kraamverzorgende ontfermde zich ook over de andere twee kinderen, iets wat ik heel belangrijk vond. Ik hoor wel eens van kraamvrouwen dat ze ’s ochtends echt op de klok kijken van ‘komt de kraamverzorgende al?’ Ik ervaarde dat nu zelf ook wel. Ik was echt blij als ze er weer was.’
Was het gek om nu zelf kraamvrouw te zijn?
‘Een beetje wel. Ondanks dat ik het al twee keer eerder heb meegemaakt blijft het toch gek om zelf in het kraambed te liggen. Ik heb geprobeerd me zo goed mogelijk over te geven. Toch vergelijk je je kraamverzorgende onbewust met hoe je dingen zelf doet in je werk. Iedereen heeft zijn eigen werkwijze, dat vind ik wel leuk om te zien.’
Leer je dan ook nog van alles bij over babyverzorging?
‘Niet echt. Ik kende natuurlijk alle verzorgende handelingen al. Draaiend verzorgen, babymassage, in bad doen… voor mij niets nieuws. Waar ik vooral veel aan had, was de ondersteuning bij de borstvoeding. Liv gaf veel hongersignalen en ondanks dat de borstvoeding goed ging, leek het alsof ze niet genoeg voeding kreeg de eerste dag. Ik werd daar onzeker van. Mijn kraamverzorgende raadde aan om bij te voeden. Een goede oplossing. Normaal zou ik dat zelf waarschijnlijk ook als tip geven, maar nu het om mijn eigen kind ging, kwam ik daar niet op. Dan is het toch heel fijn dat er iemand met je meekijkt en vanaf wat meer afstand adviseert. Zo zie je maar, ook als kraamverzorgende kun je onzeker zijn.’
Gebruikte je ook de Naviva technieken, zoals Dunstan Babytaal?
‘Ja. Dunstan werkte heel goed. Liv was daar ook heel duidelijk in. Het huiltje voor honger herkende ik meteen. En we hebben ontzettend genoten van de babymassage. Een heerlijk momentje voor Liv en mij samen.’
Wanneer ga je weer aan het werk?
‘In februari is mijn verlof voorbij, en het ligt er vooral aan hoe mijn herstel verloopt of ik alweer aan het werk kan. Het verlof vliegt voorbij, ik wil de komende tijd wel echt volop genieten en heel veel knuffelen.’
Wat maakt jouw werk als kraamverzorgende leuk?
‘Wat ik het mooist vind, is dat je binnenkomt in een gezin – vooral als het om een eerste kindje gaat – en je de mensen ziet denken ‘hoe gaan we dit allemaal doen?’ En dat je dan aan het eind van de kraamperiode weg gaat en ziet dat ze het zelf kunnen. Dat geeft echt een goed gevoel.’