Eerste melk

De eerste melk heet colostrum: het is wat dikker en geler van kleur dan latere moedermelk. Colostrum bevat extra eiwitten, vitaminen, mineralen en antistoffen en je kunt het zien als een booster voor je kleintje. Het colostrum heeft ook een laxerende werking. Prettig, want de eerste ontlasting (meconium) is taai en kleverig.

Vaak kleine beetjes

In principe mag je kindje zo lang drinken als hij wil. Het voeden kan gevoelig zijn, maar mag geen pijn doen. De techniek van het aanleggen is hierin belangrijk. Je kraamverzorgende helpt je bij het aanleggen en geeft graag advies om dit prettig te laten verlopen. De eerste dagen na de geboorte is de babymaag nog klein en kan je kindje nog niet veel drinken. Dat is niet erg. Je baby wordt met een reserve geboren, die hem door de eerste dagen helpt. De meeste baby’s hebben van nature een sterke zuigreflex. Ook al drinken ze heel kleine beetjes, ze willen graag zuigen. Leg je kindje daarom vaak aan, 8 tot 12 keer per 24 uur en doe dit liefst huid-op-huid. De voedingsmomenten hoeven niet lang te duren. Door het zuigen van de baby en het huid-op-huidcontact wordt het hormoon oxytocine gevormd. Dat is belangrijk voor het goed op gang komen van de voeding. Bovendien bevordert het de hechting.

Van colostrum naar rijpe moedermelk

Na ongeveer een week komt de overgangsvoeding met minder eiwit, maar meer vet en melksuiker op gang. Na twee weken komt de rijpere moedermelk, die ziet er waterig uit, maar bevat alle belangrijke voedingsstoffen en is telkens afgestemd op de leeftijd van je baby.